Taallessen achter de naaimachine

INSPECTIE ZIET INBURGERING IN AZC’S SPAAK LOPEN,
DUS GAAN ASIELZOEKERS MAAR OP EIGEN HOUTJE NEDERLANDS LEREN

Door Emile Kossen – vrijdag 30 mei 2025 – De Telegraaf | foto © Wilbert Bijzitter

Jarenlang wachtende asielzoekers krijgen amper Nederlandse les, tot ongeloof van ondernemer Desiree Kester. Ze kwam in actie: op tien locaties kunnen vluchtelingen de Nederlandse taal combineren met werk achter de naaimachine. Het is een succes: „Alles is vrijwillig, tóch komen mensen.”

In een Zutphens buurtcentrum zitten tien buitenlandse dames klaar voor een Nederlandse les, schriftjes voor hun neus. De Turkse Pinar staat op en schrijft een paar woorden op het schoolbord: naald, speld, draad. De rest herhaalt ze plechtig. Pinar stopt als ze bij ’kleermakerskrijt’ komt. „Dit is echt een lastige om te onthouden.”
Al snel komen de naaimachines tevoorschijn en gaan de vrouwen met hun handen aan het werk. „Nederlands is echt een heel andere taal dan het Turks”, zegt Pinar terwijl ze de machine aanzwengelt. Ze woont nu zo’n drie jaar in Nederland, waarvan ze het eerste anderhalf jaar in een azc verbleef.

Filmpjes kijken
Haar Nederlands is bijna vloeiend, ondanks dat ze maar af en toe les kon vol gen. „Ik ben zelf maar YouTube-filmpjes gaan kijken, boeken gaan lezen, om de taal tóch onder de knie te krijgen.” Uiteindelijk wil Pinar als leraar aan de slag, net zoals in Turkije. ’Naaiatelier Kieskleurig’ is een initiatief van de Gelderse ondernemer Desiree Kester. Ze werkte zelf in verschillende landen en verbaasde zich over het gebrek aan aandacht in Nederland voor de integratie van nieuwkomers. „In veel azc’s krijgen bewoners amper taallessen. Dat is geen goede start in een nieuw land, terwijl alles juist begint met taal. Hoe wil je anders ooit de cultuurverschillen overbruggen?” Het begon zo’n vijf jaar geleden met veertig gedoneerde naaimachines en één klasje, gegeven vanuit haar eigen garage in Doesburg. Inmiddels is op tien plekken in het oosten van het land een naaiatelier te vinden, van Deventer tot Doetinchem, met vele honderden deelnemende asielzoekers en statushouders. Hoezo eigenlijk de focus op kleding maken? „Je leert een taal veel sneller, als je tegelijkertijd iets met je handen doet”, vertelt ze. „En het is ook gewoon handig als je kleren kan repareren.”

’Laat anderstaligen vooral niet stilzitten’

Kester klinkt nuchter over het thema asielzoekers, begrijpt prima dat er in Den Haag plannen liggen om minder migranten Nederland binnen te laten. „Maar de grenzen gaan niet dicht, er zullen altijd nieuwkomers zijn. Laten we die dan tenminste helpen. Zodat ze hun kwaliteiten kunnen gebruiken in Nederland en niet in een isolement terechtkomen.” De integratie van asielzoekers loopt juist spaak. Zo’n 70.000 mensen zitten momenteel in een azc, aldus cijfers van het COA. Tijdens het lange wachten op een verblijfstatus of woning zijn er weinig mogelijkheden om alvast te beginnen met inburgeren, stelde de Inspectie Justitie en Veiligheid recent in een rapport. Taaldocenten en studieruimtes zijn er niet genoeg in de azc’s, begeleiding naar een baan ontbreekt vaak. Vooral op noodlocaties zijn er weinig voorzieningen. Het gevolg: „Velen kunnen niet goed meedoen met de maatschappij.” Terwijl Nederland juist ’baat heeft bij mensen die zelfredzaam zijn’, klinkt het van de inspectie.
De Koerdische Mizgin herkent het. Na in zeven verschillende azc’s te hebben gewoond en drie jaar te hebben gewacht, kon ze recent eindelijk beginnen met de officiële inburgeringscursus. Let wel: ze is hoogopgeleid, heeft een universitaire opleiding architectuur gedaan in Turkije. „Ik ben van nature hartstikke ambitieus, maar ik merk ook: als je zo lang niks doet, word je vanzelf lui. Het zou veel beter zijn als iedereen in een azc wordt verplicht tot Nederlandse les, op dag 1.”

’Er zullen altijd nieuwkomers zijn, laten we die dan helpen’

Cultuurverschillen
Tot die tijd zijn nieuwkomers aangewezen op initiatieven zoals het naaiatelier. Ze worden allemaal gerund door vrijwilligers, onder wie veel mensen die zelf een migratieachtergrond hebben. Kester ontvangt geen cent van de overheid. „Ik wil geen geld hebben van gemeenten, dan zit je meteen vast aan administratie en regeltjes.”
Nu zijn er tien locaties, over een paar jaar ’nog veel meer’. Tegelijkertijd tempert Kester de verwachtingen. Deelnemers zullen niet vloeiend Nederlands leren door wekelijks een paar uurtjes achter de naaimachine te zitten. En cultuurverschillen wegpoetsen is nog lastiger, merkt ze in de naaiateliers. Soms lopen de spanningen opeens hoog op, bijvoorbeeld als deelnemers met verschillende politieke achtergronden in één kamer zitten. „Dan is het zaak om duidelijk te maken: in Nederland respecteren we elkaars verschillen.”
Al die uitdagingen betekenen niet dat Den Haag niets hoeft te doen aan integratie, eerder het tegenovergestelde. „Ik wil best het gesprek aangaan met asielminister Faber. Ik zou haar vertellen: maak in het azc snel een schifting. Kijk naar de vaardigheden van mensen, welke groepen je vooruit kunt helpen. Zet die snel aan het werk, leer ze de taal, vertel ze over onze democratische waarden. Maar laat anderstaligen vooral niet stilzitten. Dat is funest.”

foto: Naaiatelier Kieskleurig in Zutphen © Emile Kossen | De Telegraaf

met dank aan
De TelegraafEmile Kossen | redacteur
en Wilbert Bijzitter | fotograaf
(30 mei 2025)

Scroll naar boven